Het beheren van een bedrijf brengt veel verantwoordelijkheden met zich mee, en het huren van bedrijfsruimte is vaak een cruciaal onderdeel van de bedrijfsvoering. Het kan voorkomen dat een verhuurder de huurovereenkomst wil beëindigen om verschillende redenen, en voor kantoorruimte, werkplaats, fabriek etc. is artikel 7:230a BW van belang. In dit artikel zullen we ingaan op de situatie waarin een verhuurder een huurovereenkomst ex artikel 7:230a BW beëindigt en wat ondernemers moeten weten over ontruimingsbescherming.
Opzeggen van de huurovereenkomst volgens artikel 7:230a BW door de verhuurder
Wanneer een verhuurder de huurovereenkomst wil beëindigen, moet hij de huurovereenkomst niet alleen schriftelijk opzeggen maar aan de huurder ook schriftelijk de ontruiming aanzeggen. De verhuurder moet de huurder aangeven op welk tijdstip hij wil dat de huurder het gehuurde verlaat.
Ontruimingsbescherming voor de huurder
Wanneer een verhuurder een huurovereenkomst opzegt en de ontruiming aanzegt, is het belangrijk om te weten dat huurders wettelijke bescherming genieten in de vorm van ontruimingsbescherming. Deze bescherming houdt in dat een huurder niet automatisch gedwongen kan worden om de gehuurde ruimte te verlaten, zelfs niet na de opzegtermijn.
Een huurder geniet op basis van de wet (dus zonder dat hij hiervoor iets hoeft te doen) een ontruimingsbescherming van 2 maanden na het einde van de huurovereenkomst. De verhuurder kan de huurder gedurende deze 2 maanden niet uit het gehuurde zetten. Als een huurder nog langer dan deze 2 maanden wil blijven zitten, kan hij een verzoek tot verlenging van de ontruimingsbescherming indienen bij de rechter. Zolang de procedure bij de rechter loopt, kan de huurder in het gehuurde blijven. De rechter kan het verzoek toewijzen voor maximaal 1 jaar na het eindigen van de huurovereenkomst. Deze periode kan nog 2 keer worden verlengd met maximaal 1 jaar indien de huurder tijdig een verzoek hiertoe bij de rechter indient.
Geen ontruimingsbescherming
Let op: een huurder kan geen beroep doen op ontruimingsbescherming als hij zelf de huurovereenkomst heeft opgezegd, in de beëindiging van de huurovereenkomst heeft toegestemd of door de rechter is veroordeeld voor het niet nakomen van zijn verplichtingen.
Gebruiksvergoeding
Over de maanden dat de huurder na het einde van de huurovereenkomst in het gehuurde blijft, moet hij de verhuurder een gebruiksvergoeding betalen. Vaak wordt die gebruiksvergoeding (door de rechter) op het zelfde bedrag bepaald als de laatst geldende huurprijs.
Als ondernemer is het essentieel om op de hoogte te zijn van de rechten en plichten die voortvloeien uit artikel 7:230a BW. Hier zijn enkele belangrijke aandachtspunten:
- Juridisch advies: Raadpleeg altijd een juridisch adviseur voordat je als verhuurder een huurovereenkomst opzegt, om ervoor te zorgen dat je aan alle wettelijke vereisten voldoet.
- Ontruimingsbescherming: Huurders genieten wettelijke ontruimingsbescherming. Dit betekent dat het beëindigen van een huurovereenkomst niet automatisch leidt tot onmiddellijke ontruiming.
- Gerechtelijke procedure: Als er geschillen ontstaan, kan een gerechtelijke procedure noodzakelijk zijn om de zaak te beslechten. Dit kan tijd en geld kosten, dus wees voorbereid.
- Onderhandeling: Soms kunnen verhuurder en huurder tot een minnelijke schikking komen zonder juridische procedures. Onderhandeling is vaak een efficiënte manier om geschillen op te lossen.
Het begrijpen van de juridische aspecten rondom huurovereenkomsten is van groot belang voor ondernemers, zowel als je verhuurder bent als dat je huurder bent. Het kan complex zijn, maar met het juiste juridische advies en kennis van de wet, kunnen zakelijke belangen worden beschermd en geschillen worden voorkomen.
Mocht je specifieke vragen hebben over dit onderwerp, aarzel dan niet om juridisch advies in te winnen bij Maaike Doornbos. Zij is gespecialiseerd in het huurrecht. Het kan het verschil maken in het effectief beheren van je zakelijke ruimte.