Insolventierecht

Turboliquidatie en bestuurdersaansprakelijkheid

In de wereld van bedrijfsjuridische zaken zijn turboliquidatie en bestuurdersaansprakelijkheid twee termen die de aandacht trekken van ondernemers, advocaten en financiële experts. Turboliquidatie en de vraag of een bestuurder aansprakelijk kan zijn zullen de revue passeren bij het beëindigen van een vennootschap via turboliquidatie. In dit artikel zal nader worden ingegaan op de turboliquidatie en in samenhang daarmee de bestuurdersaansprakelijkheid en tot slot de Tijdelijke Wet Transparantie Turboliquidatie.

Toename bedrijfsbeëindigingen

Op 16 oktober 2023 maakte de KvK bekend dat in het derde kwartaal van 2023 29.000 ondernemingen zijn gestopt. Dit is een toename van 6,9% ten opzichte van Q3 van 2022.

Het is aannemelijk dat een aanzienlijk deel van deze ondernemingen is ontbonden door middel van turboliquidatie.

Turboliquidatie

Turboliquidatie in de huidige vorm is een snelle en relatief eenvoudige manier om een besloten vennootschap te ontbinden zonder dat daar een uitgebreide insolventieprocedure voor nodig is.

Uit artikel 2:19 lid 4 van het Burgerlijk Wetboek (BW) volgt dat het mogelijk kan zijn dat een rechtspersoon ophoudt te bestaan als deze op het moment van de ontbinding geen baten meer heeft. De rechtspersoon houdt – zonder dat vereffening plaats dient te vinden – op te bestaan op het moment dat het besluit tot ontbinding wordt genomen. De ontbinding vindt dus plaats op eigen initiatief van een rechtspersoon. Nadat het besluit is genomen moet hiervan opgaaf worden gedaan bij de KvK.

Faillissement van door turboliquidatie ontbonden vennootschap en bestuurdersaansprakelijkheid

Na ontbinding van de vennootschap door middel van turboliquidatie kunnen bestuurders nog steeds aansprakelijk zijn voor eventuele schulden. Dat is bijvoorbeeld het geval wanneer blijkt dat er onjuiste informatie is verstrekt in de verklaring die de bestuurder dient te deponeren bij de KvK of wanneer onbehoorlijk bestuur wordt geconstateerd. Van onbehoorlijk bestuur kan bijvoorbeeld sprake zijn wanneer de jaarrekeningen van de vennootschap niet tijdig zijn gedeponeerd, de administratie niet op orde is of deels ontbreekt, of in het geval dat de bedrijfsactiviteiten van de vennootschap worden voortgezet in een andere vennootschap, zonder dat de crediteuren zijn voldaan en waardoor de crediteuren geen verhaalsmogelijkheden meer hebben.

Het Hof Arnhem Leeuwarden (ECLI:NL:GHARL:2022:6385) heeft vorig jaar In hoger beroep vooropgesteld dat het faillissement van een ontbonden rechtspersoon kan worden uitgesproken indien summierlijk is gebleken van feiten en omstandigheden die voldoende aannemelijk maken dat er nog baten zijn en aan de overige vereisten voor faillietverklaring is voldaan. Volgens het hof is er sprake van een potentiële bate, bestaande uit een mogelijke vordering uit hoofde van bestuurdersaansprakelijkheid. De aansprakelijkheid van de bestuurders was volgens het Hof aannemelijk omdat het voor de bestuurder eerder duidelijk had moeten zijn dat de onderneming niet meer levensvatbaar was en dat hij deze had moeten beëindigen. In plaats daarvan heeft de bestuurder de onderneming voortgezet. Het hof acht aannemelijk dat de vennootschap nog opdrachten van klanten heeft geaccepteerd en vooruitbetalingen heeft gefactureerd en ontvangen, terwijl al duidelijk was dat de onderneming zou worden beëindigd en dat de opdrachten dus niet zouden kunnen worden afgemaakt. Naar het oordeel van het hof is onvoldoende gebleken dat bij een vordering uit hoofde van bestuurdersaansprakelijkheid, de (indirect) bestuurders geen verhaal zullen bieden.

Een door turboliquidatie ontbonden vennootschap kan dus alsnog in staat van faillissement worden verklaard indien aannemelijk kan worden gemaakt dat de (indirect) bestuurder(s) uit hoofde van bestuurdersaansprakelijkheid kunnen worden aangesproken en aan de overige voorwaarden voor de faillissementsaanvraag is voldaan.

Inwerkingtreding Tijdelijke Wet Transparantie Turboliquidatie

Op 15 november 2023 treedt de Tijdelijke Wet Transparantie Turboliquidatie in werking. Met de inwerkingtreding van deze wet vindt een (tijdelijke) wijziging plaats van het Burgerlijk Wetboek, de Faillissementswet en de Wet op de economische delicten. Aanleiding voor deze wet is blijkens de memorie van toelichting het bestaan van zorgen over misbruik van de ontbinding zonder baten, met name in die gevallen waarin de rechtspersoon ophoudt te bestaan met achterlating van schulden. De huidige wettelijke regeling omtrent de ontbinding zonder baten kent geen voorziening ten behoeve van de informatiepositie van schuldeisers, terwijl dat juist van belang is voor schuldeisers om te kunnen beoordelen of de regeling correct is toegepast.

De Tijdelijke Wet Transparantie Turboliquidatie heeft de volgende hoofdlijnen:

  • Verantwoordings- en bekendmakingsverplichting bestuur: De Wet voorziet in een verplichting van het (voormalig) bestuur om een aantal stukken openbaar te maken, als de rechtspersoon is ontbonden door een ontbindingsbesluit en daarmee ook is beëindigd wegens het ontbreken van baten. In deze stukken wordt financiële verantwoording afgelegd over de ontbinding van de rechtspersoon en de eventuele voorafgaande feitelijke vereffening. Het gaat om een balans en een staat van baten en lasten over het boekjaar waarin de rechtspersoon is ontbonden en het voorgaande boekjaar als daarover nog geen jaarrekening openbaar is gemaakt; een schriftelijke toelichting waaruit de oorzaak blijkt van het ontbreken van baten, het bestaan van eventuele schulden en – als daarvan sprake is – op welke wijze het vermogen van de rechtspersoon is afgewikkeld voorafgaand aan de ontbindingen en tot slot jaarrekeningen als er verplichtingen tot openbaarmaking bestaan die nog niet zijn nagekomen.
  • Bestuursverbod: Het voorgestelde bestuursverbod beoogt malafide ontbindingen zonder baten zoveel mogelijk tegen te gaan. De regeling bestaat uit twee onderdelen. In boek 2 van het BW wordt een nieuwe regeling ingevoerd die het mogelijk maakt voor het openbaar ministerie om een bestuursverbod te verzoeken als malafide ontbindingen zich voordoen (artikel 2:19c BW). Daarnaast wordt de bestaande regeling in de Faillissementswet gewijzigd door de ontbinding zonder baten mee te laten tellen in de beoordeling of sprake is van recidive (artikel 106a lid 1 sub d). een uitbreiding op het inzagerecht (art. 2:24 lid 4 BW) voor schuldeisers.
  • Inzagerecht: Als het bestuur de verantwoordingsverplichting uit artikel 2:19b lid 1 BW niet is nagekomen, krijgen schuldeisers een inzagerecht in de bewaarde administratie van de rechtspersoon, dat met machtiging van de kantonrechter kan worden uitgeoefend (artikel 2: 24 lid 4).

Conclusie

Turboliquidatie is momenteel een populair instrument voor ondernemers om snel en efficiënt een vennootschap te beëindigen. Het is voor zowel de bestuurder als de schuldeisers van deze vennootschap goed om te weten dat de bestuurder na turboliquidatie onder omstandigheden aansprakelijk kan worden gesteld. Wanneer aannemelijk is dat de bestuurder aansprakelijk is wegens onbehoorlijk bestuur, dan kan mogelijk tevens het faillissement van de ontbonden vennootschap worden aangevraagd. Uit de bestuurdersaansprakelijkheid volgt dat het aannemelijk is dat de opgeheven vennootschap nog potentiële baten heeft.

Met de Tijdelijke Wet Transparantie Turboliquidatie beoogt de wetgever misbruik van ontbinding van de vennootschap door middel van turboliquidatie tegen te gaan.

Wilt u na het lezen van dit artikel meer weten over de bestuurdersaansprakelijkheid na turboliquidatie of over de mogelijkheden om uw onderneming te beëindigen dan geven wij u hierin graag juridisch advies om uw kansen te vergroten en mogelijke risico’s te minimaliseren.